“Sinds begin 2024 zijn we van het gas af”, zegt eigenaar Hessel Terpstra van het gelijknamige autobedrijf. Werd voorheen van gas en grijze stroom gebruik gemaakt, inmiddels zorgen zonnepanelen, een warmtepomp en andere maatregelen ervoor dat ze gasloos werken. “Als ondernemer weet je gewoon dat je deze stappen moet zetten.”
“Wil je energiebesparende maatregelen nemen? Dan is de voorwaarde dat hierbij strategie van de trias energetica wordt gehanteerd. Ofwel: passende energiebesparende maatregelen nemen, zodat ze op een efficiënte manier samenwerken”, legt installateur Jelle Dijkstra van het gelijknamige bedrijf uit. Zij begeleidden en installeerden bij Terpstra de energiemaatregelen om van het gas af te komen. “Daarbij kijk je eerst naar de schil van het gebouw, daarna wat ervoor nodig is om dit te verwarmen en tenslotte selecteer je het systeem. De basis? Dat is een goed geïsoleerd pand.” Hessel Terpstra vertelt dat hun pand in 1993 goed gebouwd is, met geïsoleerde muren. “Maar heb je een bedrijfspand van voor ’90? Vaak zijn die niet of minder goed geïsoleerd, dan moet je kijken naar andere manieren om duurzaam te gaan verwarmen.”
Ledverlichting en later zonnepanelen
Het bedrijfspand van Autobedrijf Terpstra in Sexbierum bestaat uit drie delen: de showroom, de werkplaats en het middengedeelte met kantoor, kantine en de receptie. De eerste stap die Terpstra zette om op energiekosten te besparen, was het vervangen van de traditionele verlichting door energiezuinige ledverlichting. De vervolgstap was het laten leggen van zonnepanelen. Dijkstra adviseert daarbij om eerst naar het gasverbruik te kijken, voordat je zo’n keuze maakt. “Zijn zonnepanelen op je dak niet mogelijk? Dan is een grondopstelling een alternatief.” Hij vervolgt: “Dat Terpstra een dynamisch energiecontract heeft is straks pas mooi, als de saldering eraf is. Want totdat er een andere regeling komt, kost zo'n dynamisch contract met zonnepanelen geld. Ook moet je aan capaciteit neerleggen wat je zelf gebruikt, anders wordt het netwerk instabiel.” Hessel Terpstra voelt minder voor dat argument: “Nu de saldering voorlopig blijft en de prijzen van panelen dalen, mogen er van mij dit jaar nog wel honderd panelen bij.”
Ons eigen stroomverbruik zouden we van momenteel 40-50% naar 80% kunnen verhogen. Daarvoor zijn laadpalen het meest voor de hand liggend. Momenteel hebben we één laadpaal, maar dat is meer een serviceproduct. Straks biedt bidirectioneel laden extra mogelijkheden.”
Een luie warmtepomp
De derde stap was de aanschaf van twee warmtepompen, ieder met een verschillende capaciteit. Eén is voor de werkplaats – waar het 14 graden is – en de ander voor de kantine en het kantoor, waar het 19 graden is. De warmtepompen verwarmen een buffervat met een inhoud van 500 liter. Deze wordt gebruikt om de warmtepomp ‘rustig’ te houden, waarmee bedoeld wordt dat de temperatuur liefst zo constant mogelijk blijft en de warmtepomp daardoor lang en langzaam kan blijven draaien. Hierdoor wordt het hoogste rendement bereikt. Dijkstra: “Vergelijk het met hard rijden tussen meerdere stoplichten. Dat kost veel energie, maar je schiet er niets mee op. Bij een warmtepomp wil je dat de temperatuur zowel ’s nachts als overdag zo constant mogelijk is. Hiervoor is een open, stabiel systeem noodzakelijk. Daardoor hoeft de warmtepomp ook trager te werken, want uiteindelijk wil je een luie pomp. Want dat is het meest energiezuinig en komt de levensduur van de warmtepomp ten goede.”
De berekening voor de warmtepomp werd gedaan door de leverancier, maar volgens de installateur is het definitief afstellen en optimaliseren een doorlopend proces na de ingebruikname. “Met de ervaringen in de praktijk optimaliseren we de stooklijn”, legt Dijkstra uit. “Dit doen we door laag te beginnen en in kleine stappen omhoog te gaan. Dat gebeurt in een compleet jaar, want die afstelling is ook afhankelijk van de buitentemperatuur. Het streven is dat de warmtepomp het minimale doet. Het aanpassen kan zowel op afstand als lokaal.”
"Het inregelen van de stooklijn is belangrijk om de efficiency van de warmtepomp te optimaliseren.”
Combinatie van vloerverwarming en verwarmingsunits
En het bleef niet bij de warmtepompen, want tegelijkertijd werden ook alle leidingen vervangen. Volgens Dijkstra wordt hierbij vaak een te kleine diameter gebruikt, wat zorgt voor minder efficiency. Alle nieuwe buizen zijn bovendien voorzien van isolatiemateriaal, op de knelstukken na, die lastiger te isoleren zijn. Naast het vervangen van de leidingen, moest ook de meterkast vernieuwd worden, de vorige was volgens Terpstra ‘oud en vol’. Inmiddels heeft het garagebedrijf meerdere meterkasten in gebruik.
In het middengedeelte van het bedrijf wordt nu gebruik gemaakt van vloerverwarming. Terpstra legt uit dat ze hiervoor ook naar alternatieven hebben gekeken. “Maar die verwarming vonden we niet altijd even prettig. Bovendien was dat ook niet rendabel met onze betonnen vloer. Bij de nieuwbouw van het achterste gedeelte van de werkplaats hebben we destijds ook niet naar vloerverwarming gekeken. Een garage met vloerverwarming is niet aantrekkelijk. De elektrische verwarmingsunits die we nu in de werkplaats en de showroom hebben zijn qua installatie en verbruik het voordeligst. Bovendien heb je ’s nachts ook geen verwarming nodig, dan volstaat een lagere temperatuur.”
Deze verwarmingsunits – die aangesloten zijn op de warmtepomp en naar beneden blazen – gebruiken zelfopgewekte stroom van de zonnepanelen. Hiervoor had Terpstra heaters in de werkplaats en in de showroom die op gas werkten. “Deze luchtverwarming van de units werkt bijzonder goed, zelfs boven verwachting. Het geeft een prettige, stabiele warmte. In de ochtend gaan de units een uur van tevoren aan, waardoor de ruimte temperatuur met zo'n 1,5 graad stijgt. Da’s eigenlijk genoeg om het de hele dag behaaglijk te hebben.”
Gevoel zegt dat terugverdientijd in orde is
“Omdat dit type bedrijven relatief lage temperaturen hebben, kunnen ze makkelijk omschakelen. Maar veel garagebedrijven hebben hiervoor de financiële middelen niet”, ziet Dijkstra. Opvallend hierbij is dat Terpstra de terugverdientijd van zijn investeringen niet vooraf berekend heeft. “Waarom niet? Omdat je als ondernemer gewoon weet dat je deze stappen moet zetten. Ik heb er ook geen tijd voor genomen, nam de maatregelen meer op gevoel.”
Een snelle rekensom leert dat zijn terugverdientijd zo’n zeven tot acht jaar bedraagt. Als kanttekening geeft hij mee dat dit soort keuzes wel bij je moeten passen. “Friezen zijn daarin misschien nuchter. Dat beperkt je soms, maar brengt je ook wel ver. En we hebben alle vertrouwen in onze lokale installateur. We hebben dan ook geen offertes opgevraagd. Wederzijds vertrouwen van mensen is de basis van succes. En als degenen die het zich kunnen permitteren niet doen? Dan komen we nergens met het besparen van energie.”